top of page

Weet preventief wat over de moderne heksenjacht van ‘jeugdzorg’.

Nu de ‘jeugdzorg’ naarstig op zoek is naar smoesargumenten om kindermishandeling te bewijzen waardoor er werkgelegenheid komt binnen de sector van het sociaal domein, moeten ouders wat afweten van de pseudo-diagnose ‘PCF’.  Wat PCF zou zijn, wordt op https://www.youtube.com/watch?v=CXaaAq2oQlg uitgelegd.  Maar daar zult ge ook het rigide beredeneren aanvoelen.

Analyse van het binnen Veilig Thuis (het vroegere AMK) redeneren staat op http://svensnijer-essays.blogspot.nl/2017/09/spuiten-en-slikken-met-veilig-thuis.html .

Tegen het rigide denken binnen ‘jeugdzorg’ stemt de roep om waarheid, de ‘diagnostische waarheidsvinding’. 

De motie Klein (2017) over het aanstellen van een onderzoeksrechter is aangenomen en wordt ontwikkelt. Die moet strenger controleren op de onderbouwing van de 'jeugdzorg', omdat de roep om 'waarheidsvinding' groot is geworden.

Maar wanneer de promotie van de in EenVandaag (9-9-2017) aanwezige mevrouw P. Worm doorgaat, zal geen ouder meer het recht hebben op verweer. Waar zelfs vijf contra-diagnoses van echte specialisten worden afgewezen door Veilig Thuis en de RvdK, zijn de kinderen vogelvrij.

Er is echter wel enig verweer mogelijk met andere wetenschap.

Maar die moet ge dan wel paraat hebben en begrijpen, want bij een overval tot Spoed-Uithuisplaatsen, heeft men zeer weinig tijd daartoe, en bedenk dat ge door een overval geëpateerd bent en in shock verkeert, bezorgd om wat het kind in den vreemden ervaart, weggezet van (t)huis.

Op https://www.dropbox.com/s/8vmkzan1ggzv2d4/ZZW-PCF-Munchausen_CONTRA.pdf?dl=0 (evt. opkomend inlogscherm wegklikken, ernaast) staat een studie, zelfs met precedente uitspraken… (Mr. J.T. Willemsen, "Münchhausen by Proxy (MbP) in het kinderbeschermingsrecht: een omstreden label met uitdagingen voor waarheidsvinding", Tijdschrift voor Jeugdrecht in de Praktijk, Oktober 2014).

Precedenten

Daaruit citeer ik:   

 

Indien echter sprake is van een onjuist vermoeden, dan kunnen kinderbeschermings­maatregelen – die diep ingrijpen in de levens van ouders en kinderen – zeer schadelijk zijn. Daarbij komt nog dat sprake is van tijdsdruk {en het niet voorbereid zijn van ouders}:  gelet op de ernst van de beschuldiging wordt in voorkomende gevallen gekozen voor spoedmaatregelen die geen {??} ruimte bieden voor voorafgaand diepgaand en onafhankelijk onderzoek.

Voor alle betrokkenen zijn dit dan ook bij uitstek lastige zaken om te behandelen. {Ja, rechters zijn geen medici, en nemen kennelijk - gezien de roep om waarheidsvinding - zonder nadenken de inzet vanuit de 'jeugdzorg' over, terwijl de urgentie dubieus is vanwege het feit dat de 'jeugdzorg' er toch enige tijd over heeft gedaan om deze suggesties tot UHP bijeen te rapen. Kan dan niet even gewacht worden met spoed-UHP door de kinderen en/of ouders goed voor te bereiden, mede in overweging nemend dat er nog geen daadwerkelijk diagnostische nulmeting is verricht, en UHP schadelijk blijkt in de psyche van het kind?!! ["professional"= 'broodverdiener', en niet deskundige].}.
Gelet hierop is het geboden dat in deze zaken een beroep wordt gedaan op verschillende deskùndigen. Zoals in TBS-zaken een  dubbelrapportage  wordt vereist, zo is er ook veel voor te zeggen dat in zaken met MbP-vermoedens minimaal twee onafhankelijke deskundigen onderzoek doen alvorens wordt over te gaan tot ingrijpende kinderbeschermingsmaatregelen zoals uithuisplaatsing of ontheffing. De kinderrechter dient zich goed voor te laten lichten over zowel de pediatrische gegevens ten aanzien van voor MbP relevant geachte  omstandigheden en het medisch dossier van het kind, als over psychiatrische feiten ten aanzien van de vermoedelijke dader door deskundigen.  . . . .
Wellicht de bekendste (en meest beruchte) Nederlandse zaak waarbij MbP aan de orde was, is 'Venema tegen Nederland'.  In deze zaak werd vastgesteld dat uithuisplaatsing op basis van enkele vermoedens niet toegelaten is en dat ouders moeten worden betrokken en gehoord  in het besluitvormingsproces en in beginsel gedurende een onderzoek juist niet moeten worden gescheiden van hun kinderen.  Dit in zake Venema tegen Nederland, EHRM, 17 december 2002, No. 35731/97.    . . . .  
In de zaak "Rechtbank Haarlem 14 augustus 2012, ECLI:NL:RBHAA:2012:3096" werd door de RvdK beargumenteerd dat er op grond van de 'zorgen' een langdurige uithuisplaatsing moest volgen gedurende welke de kinderen zouden worden geobserveerd, om te kijken of de klachten dan zouden verdwijnen – een van de kenmerken van MBP.
{Dit is eigenlijk een vorm van vivisectie, een experiment met kinderen om in een bewezen schadelijke uithuisplaats-setting voor het kind het kind te volgen als proefdier. Toch geschiedt dit vaak bij 'jeugdzorg'}.
Een dergelijke observatieplaatsing waarbij de kinderen volledig worden geïsoleerd van de ouders is omstreden, zowel als het aankomt op de waardering van dergelijk bewijs, als uit moreel oogpunt. Pankratz adviseert een multidisciplinaire aanpak waardoor de beschuldiging vooraf wordt gegaan door gedegen onderzoek (L. Pankratz, “Persistent problems with the “separation test” in Münchausen Syndrome by Proxy”, The Journal of Psychiatry & Law 38/Fall 2010.).  Bovendien is het volledig scheiden van het kind en de ouders in het kader van een observatieplaatsing niet verenigbaar met het EHRM-arrest in de zaak Venema (EHRM, 35731/97), dat juist het betrekken en eventueel confronteren van de ouders voorschrijft. Bovendien was in de Haarlemse zaak slechts sprake van een (in de ogen van de rechter onvoldoende onderbouwd) vermoeden van MbP.
Na het beëindigen van de uithuisplaatsing bleef nader onderzoek tijdens de OTS uit, ondanks de aanvankelijk ernstige beschuldigingen van de kinderbeschermingsinstanties.
Omdat de ouders zelf hulp hadden gezocht voor de problematiek met betrekking tot de overbezorgdheid, en er inmiddels een rapportage lag van een door de ouders ingeschakelde psycholoog en de spoeduithuisplaatsing voor alle leden van het gezin traumatisch was geweest, werd de OTS vervolgens beëindigd (Rb. Noord-Holland 4 maart 2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:13929).   . . . .    
Uit de rechtspraak blijkt dat de jeugdrechtspraktijk grote moeite heeft met waarheidsvinding in MbP-zaken.
{Men kan zich afvragen of promovenda P. Worm, arts bij Veilig Thuis, niet hier juist gebruik van wil maken om aan kindobjecten te komen voor de gezinsvoogdij; immers rechters zijn geen medici en gaan af op wat 'professioneel' heet te zijn, hoe ongewogen ook, tegenover de psychische gevolgen van UHP}.

Er heeft zich zowel internationaal en nationaal een pijnlijke geschiedenis gevormd van zaken waarin te voortvarend en te onzorgvuldig is gehandeld {geen contra-diagnostiek; het niet wegen wat UHP met kind doet}. Daar staat tegenover dat het gaat om ernstige beschuldigingen waarbij onderzoek en eventueel daaropvolgende maatregelen geboden zijn. {En dat kan ook door Rv 810a}.        

Rechters zien vaak te weinig:

Er is wel een rechter die zag hoe de rapportages vanuit de jeugdzorg knelpunten laten vermoeden (https://kinderbescherming.jimdo.com/methoden/fjr-2010-92-rechter/) maar rechters zijn geen medici om het te kunnen doorzien. Daartoe moeten ze voorgekauwd worden, beknopt uitleggend wat de diverse mogelijke hulptrajecten doen in de psyche van het kind binnen de context van de wet, die ouders dus ook dienen te kennen (https://jeugdbescherming.jimdo.com/wetten-en-regelgeving/bw-awb-rv-regels/).

Vergelijke:  Weterings ging ook in de fout door axioma's aan te nemen, cliché's te gebruiken over ouders en zo tot schadelijke, ongewogen conclusies te komen die de rechters als niet-medici nog denken te moeten hanteren: https://jeugdbescherming.jimdo.com/tips-en-andere-brieven/weterings-misleiding/weterings-suggesties/ inclusief de gelinkte PDF daarin (link hieronder).

Moeders:

Ouders, wees erop bedacht dat de argumenten om uithuis te plaatsen en zo aan werkgelegenheid te komen (uit statistiek blijkend) gevonden worden bij ouders, voornamelijk de moeder:

Aanleiding tot uithuisplaatsing van het kind:   (Uit Weterings FJR2012/05:
https://www.dropbox.com/s/yz9bysi745m1zsv/Zfjr-FJR%202012-5%20Weterings-beweringen.pdf?dl=0)

In Tabel 1 staan de meest voorkomende redenen tot uithuisplaatsing, zoals in de 150 GI/BJZ-dossiers zijn vermeld {en hoe betrouwbaar zijn deze dossiers, overwegend wat de kinderombudsman in 2013 vond?}.["Is de zorg gegrond?"]    Gemiddeld worden per gezin ruim 4 probleemfactoren genoemd, met name met betrekking tot de moeder.

____________________________________________________________________________  

Tabel 1:   Aanleiding tot uithuisplaatsing  ____________________________________________________________________________ 

– Gezinsfunctioneren: 216 maal genoemd, waaronder:                                     ____________________________________________________________________________ 

Verwaarlozing van het kind    (met vele invullingen)                       36%

Huiselijk geweld                                                                                30%

Mishandeling van het kind     (w.o. smoesjes zoals PCF)               25%

Financiële problemen             (armoede, zie precedent)                25%

Seksueel misbruik                                                                               9%            ____________________________________________________________________________ 

– Functioneren moeder: 272 maal genoemd, waaronder: ____________________________________________________________________________ 

Pedagogische onmacht         (w.o. wanen, PCF, etc.?)                   61%

Psychische problematiek                     (    ,,    )                                51%

Drugsverslaving                                                                                18%

Alcoholverslaving                                                                              15%

Verstandelijke beperking                                                                  11%                  ____________________________________________________________________________ 

– Functioneren vader: 116 maal genoemd, waaronder:  ____________________________________________________________________________ 

Pedagogische onmacht                                                                   20%

Psychische problematiek                                                                 14%

Drugsverslaving                                                                                11%

Alcoholverslaving                                                                              13%

Verstandelijke beperking                                                                    7%                     ____________________________________________________________________________

– Functioneren kind: [slechts] 21 maal genoemd, waaronder: ____________________________________________________________________________

Emotionele problemen                                                                       4%

Opstandigheid                                                                                    3%

Gedragsproblemen                                       (w.o. PCF?)                  3%

____________________________________________________________________________ 

 

Uit de cijfers van Tabel 1 blijkt dat het functioneren van het kind [door het uithuisgeplaatst-zijn vertekend] nauwelijks in de overwegingen tot uithuisplaatsing wordt betrokken. Problemen van of met het kind worden slechts in 4% of minder genoemd. Zo wordt bijvoorbeeld (vermoeden van) mishandeling in 25% van de gevallen vermeld, maar slechts 2% van de kinderen is om deze reden uit huis geplaatst. {Wat een uithuisgeplaatst kind pijnlijk kan raken in diens loyaliteits- en identiteitsgevoel is wat het te horen krijgt over het ‘waarom’ niet thuis [mogen/kunnen] opgroeien; wat heeft de gezinsvoogd gesuggereerd aan de pleegouders, die daarover spreken? Hoe conflicterend is dàt?}.

Advies:

Maak spiekbriefjes van de argumenten die ge met spoed paraat moet hebben wanneer dit u als gezin zou overkomen!

Blijf immer netjes, en ontwikkel uzelf op gebied van wat het meest optimaal is voor de ontwikkeling van de psyche van uw kind, en dus belangrijk is in uw representatie en levensvoorbeeld voorleven naar het kind. Daar zijn boeken voor.

​

​

Voor mobielgebruikers:

De tabel zet na elk argument een x%, waarna de volgende regel begint.

De %% staan onder elkaar op een goed scherm.

Ga terug naar:                                       

Home:     https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg                         

Jeugdzorg:    https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/jeugdzorg                     

Jeugdbescherming:  https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/jeugdbescherming   

Kinderbescherming:  https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/kinderbescherming     

Wetenschap:    https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/wetenschap            

Tips:     https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/tips .                                         

bottom of page