Ter overdenking.
Wat is ons 'ik'?
Bij alle zorgen rond het kind (in 'jeugdzorg') is het in zelfreflectie ons bepalen rond het ‘waarom’ van het bestaan van leven een mogelijk relativerend onderzoek om afstand te kunnen nemen van de denderende bewegingen van denken en gevoel, onze ‘geest’.
Dat denken en voelen met al de bewuste en onderbewuste bewegingen is vaak waarmee de mens zich identificeert; doch de waarnemer van die bewegingen is bewust-zijn.
Bewust-zijn kan het volautomatisch denderen van die ‘geest’ tot rust brengen, want lang niet alles hoeft aangeraakt te worden.
Die bewegingen, veel vanuit het animale of onderbewuste getekend, beïnvloeden onze verlangens, begeerten en drijfveren. Daar afstand van kunnen nemen is gezond.
Met overzicht over het zelf is een rustiger, bedachtzamer handelen mogelijk; onderzoekende waarneembaarheid in handelen en motieven, kan onhandige motieven en drang wegstrepen zodat men meer bij het zelf blijft en beter over kan komen. Wat we volautomatisch aannemen wat ‘feiten’ zouden zijn, kunnen die voor een ander niet meer zijn dan een mening, een idee.
Onderstaande woorden (citaten) zijn gericht op zelfonderzoek, al is de verleiding er mogelijk om het op anderen te projecteren. Blijf ìn het zelf wanneer men overzicht wenst om vanuit te leven.
Mogelijk erkent ge een bezieling buiten dat beweeg van de ‘geest’ met vele onderbewuste invloeden; dan is boven die ‘geest’ bewust waarnemend zijn een toestand om overzicht in meer rust te vinden.
Enige woorden van Jiddu Krishnamurti (1) om te overdenken:
(2)
Waarom schieten ideeën wortel in de ‘geest’ (denken en voelen)?
Waarom worden feiten niet als het enige belangrijke gezien, in plaats van ideeën?
Waarom krijgen theorieën en ideeën zo’n grote betekenis, in plaats van feiten?
Komt het doordat we niet in staat zijn tot inzicht in feiten, doordat we er de capaciteiten niet voor hebben of doordat we bang zijn de feiten onder ogen te zien? Dus worden ideeën, veronderstellingen en theorieën middelen om weg te lopen voor de feiten….
Nu kun je weglopen (van zelfschouwen en zelfonderzoek) zoveel je wilt, je kunt van alles ondernemen, maar feiten blijven – het feit dat je dit of dat voelt, je voelt dat je zo of zo bent, dat je een wezen bent, en nog zoveel meer.
Natuurlijk kun je die feiten onderdrukken of je kunt ze in iets anders omzetten, wat ook een vorm van onderdrukking is, je kunt ze beheersen, maar ze worden allemaal onderdrukt, beheerst, in bedwang gehouden door ideeën…
​
Is het niet zo dat ideeën onze energie verspillen?
Raakt je geest (denken en voelen) niet afgestompt, geconditioneerd, door ideeën? Al ben je nog zo knap in allerlei bespiegelingen en ken je nog zoveel citaten, toch ligt het voor de hand dat het een zich-beperkende [duffe] geest is die teksten citeert, die een massa gelezen heeft en daaruit citeert.
…Als je met de feiten leeft, en daardoor de nodige energie vrijmaakt om feiten onder ogen te zien, veeg je daardoor met één enkele handbeweging het conflict van tegenstellingen (dialectiek) van tafel. Tegenstrijdigheid is voor de meeste van ons een vreemd, uitzonderlijk gebied waarin de geest gevangen zit. Ik wil het ene doen en toch doe ik heel anders; maar als ik onder ogen zie dat ik dit ene wil doen, is er geen tegenstrijdigheid, dan maakt ik met één enkele handbeweging (inzichtverschuiving) een eind aan elk idee van een tegengestelde. Mijn geest houdt zich nu volledig bezig met dat wat is en met het begrijpen van dat wat is.
… Alleen als de geest vrij is van ideeën, kan er (feitelijkheid) ervaren worden. Ideeën zijn niet de waarheid. En de waarheid is iets wat van ogenblik tot ogenblik (nu) rechtstreeks ervaren moet worden. Ze is niet een ervaring die je wilt hebben – dat zou louter een kwestie van gevoel zijn (het verleden in het nu trekken).
Alleen als je de bundeling van ideeën achter je kunt laten die het ‘ik’ (persoonlijkheid als instrument onder het bewust-zijn) is, die de geest is, die een gedeeltelijke of volledige continuïteit heeft, alleen als je alles achter je kunt laten, als het denken volledig zwijgt, alleen dan is er een toestand van ervaren, waarnemendheid. Dan zul je weten wat de waarheid is.
Wat verstaan we onder ideeën? Ideeën maken deel uit van het proces van het denken, het malen in het hoofd. Is dat niet zo?
Ideeënvorming is een proces van mentale activiteit, van denken, en denken is altijd een reageren vanuit het bewuste of het onderbewuste (o.a. verdrongen behoeften vroeger).
Denken is een proces in de tijd. Handelingen die op het denkproces gebaseerd zijn, zullen dus onvermijdelijk geconditioneerd zijn en los staan van iets anders. Het ene idee staat onvermijdelijk tegenover aan het andere, een idee wordt ondergeschikt aan een ander idee. Er is een kloof tussen handeling en idee. Wij proberen erachter te komen (zelfonderzoekend) of een handeling ooit vrij van ideeën kan zijn. We zien hoe ideeën mensen van elkaar gescheiden houden.
Nú zijn, zoals ik al eerder uitgelegd heb, hoofd-kennis en geloof in principe scheiding veroorzakende hoedanigheden. Geloofsovertuigingen scheppen nooit een band tussen mensen (in het groot); ze houden mensen altijd van elkaar gescheiden. Zodra handelen op een geloof, op een idee of een ideaal gebaseerd is, staat dat handelen onvermijdelijk los van alles en is het versnipperd.
De vraag is nu of het mogelijk is zonder het denkproces te handelen, want denken is een proces in de tijd, een kwestie van berekening, van zelfbescherming, van geloof, van ontkenning, veroordeling, classificering, of van rechtvaardiging. Bij ons moet toch wel eens de vraag zijn opgekomen of zonder ideeën handelen mogelijk is.
… Komen daden ooit rechtstreeks uit ideeën voort of kneden ideeën ons denken alleen maar in zekere vorm, en begrenzen ze dus ons handelen?
Als daden onder dwang van een idee ontstaan, zullen ze de mens nooit kunnen bevrijden.
Het is ongelofelijk belangrijk voor ons dit te begrijpen. Als de vorm van een daad door een idee bepaald wordt, kan die daad ons nooit de oplossing brengen van al onze beproevingen, want voordat het idee in daden omgezet kan worden, moeten we er eerst achter komen hoe ideeën eigenlijk ontstaan.
… Wanneer we waarnemend zijn, los van tijdsinvloeden in onze geest, vrij van het grijpen naar het leven vanuit het verleden of de door het verleden bepaalde toekomst, vrij van conditionering, enkel zuiver en stil waarnemend zijn, dan brengt die waarneming al een radicale verandering (inzichtverschuiving) in dat wat is tot stand.
…Al ons denken is op tijd gebaseerd. Ons denken is het bekende, het komt voort uit het (voor het ik) bekende en het bekende is het proces van de tijd. En met die mentaliteit proberen we erachter te komen wat het zeggen wil onsterfelijk, aan tijd voorbij, vrij van strijd met anderen, te zijn, een zinloos streven.
Betekenis heeft het niet, behalve voor filosofen, theoretici en bedenkers van hypotheses.
Als ik de waarheid wil ontdekken, niet morgen, maar nu meteen, direct, moet ik – het ‘ik’, het ‘zelf’, dat altijd vergaart, altijd streeft en zich en zich door herinnering continuïteit geeft – moet ik dan niet òphouden te bestaan? Is het niet mogelijk te sterven terwijl je leeft, niet kunstmatig je herinneringen kwijt raken (dat is geheugenverlies), maar daadwerkelijk ophouden herinneringen te vergáren en daarmee dus ophouden het ‘ik’ continuïteit te verlenen?
Zou de geest (denken en voelen), terwijl hij in deze tot de tijd horende wereld leeft, niet zonder enige vorm van dwang een toestand kunnen doen ontstaan waarin er geen grond is voor de ervarende en zijn ervaring?
Zolang er sprake is van een ervarende, een waarnemende, een denkende mens, is er onvermijdelijk angst voor beëindiging en dus voor de dood…
En dus, als het mogelijk is dat de geest dit alles weet, dit alles ten volle beseft en niet alleen maar zegt: “ja hoor, heel eenvoudig” – als de geest het totale proces van bewustzijn gewaar kan zijn en de volle betekenis van continuïteit en van tijd kan zien en de zinloosheid van het met gebruikmaking van de tijd streven om dat te ontdekken wat aan alle tijd voorbij ligt – als hij dat alles gewaar kan zijn, is er misschien een ‘sterven’ dat in werkelijkheid een aan de tijd ontstegen creativiteit is.
Waarheid of inzicht openbaart zich in een flits. Die flits heeft geen continuïteit, die ligt niet op het vlak van de tijd.
Zie zelf in dat dit zo is. Inzicht is nieuw, is ogenblikkelijk; het is nooit een voortzetting van iets wat geweest is. Iets wat geweest is, kan je nooit inzicht geven(, is enkel een weg daartoe, als een leerschool, onbeoordelend). Zolang je op een of andere vorm van continuïteit uit bent – in je behoefte aan duurzaamheid in relatie tot een ander en in die liefde, in je verlangen naar eeuwigdurende vrede (hier), enzovoort – zolang streef je naar iets dat op het vlak van tijd ligt en daardoor niet tot het tijdloze, dat wat is, hoort.(2)
Uit de (ook onderbewuste) bewegingen van de ‘geest’, het denken en voelen, volgt dus begeerten, drijfveren. Net zo als met gevoelens is er sprake van een veelvoud, een opeenstapeling van diverse begeerten. Hierover meer:
(3)
Laten we zien of we, in plaats van de innerlijke conflicten de wereld uit te helpen, begrip kunnen krijgen van de opeenhoping van begeerten en verlangens.
Waar het om gaat, is er oog voor te krijgen wat het wezen van begeerte is, en niet alleen de conflicten die daaruit ontstaan, te overwinnen, maar het wezen van begeerten zelf doorschouwen. De begeerten zijn immers de oorzaak van [primair innerlijke] conflicten.
Begeerte wordt gestimuleerd door associatie en herinnering; in feite is herinnering een onderdeel van begeerte.
Het je te binnen brengen van wat prettig en onprettig was, voedt de begeerte en splitst die in tegengestelde, met elkaar botsende verlangens.
De menselijke geest vereenzelvigt zich met het prettige als tegenstelling tot het onprettige. Door te kiezen tussen pijnlijk en plezierig splitst de geest de begeerte, die hij onderverdeelt in verschillende categorieën van gerichtheden en waarden.
Het is echt belangrijk dit in te zien, anders komt er nooit een eind aan het conflict tussen de tegengestelde begeerten en verlangens. Het dualisme in de begeerte, dat door onze geest geschapen is, is in feite een waan. [In beginsel is er een stroming van begeerte.]
Dualisme bestaat alleen maar tussen tijd en eeuwigheid. Waar het voor ons op aankomt, is oog te hebben voor het irreële van dat begeerte-dualisme.
De begeerte verdeelt zichzelf in wel-willen en niet-willen, maar het ontlopen van het éen en het najagen van het ander blijft begeerte. Je kunt je ten ene male niet aan het conflict onttrekken via éen van de vele tegengestelden van begeerte, want de begeerte is tevens de bron van haar eigen tegenstellingen.
Het is een feit dat alle begeerte éen en ondeelbaar is, en dat feit kunnen we niet veranderen; we kunnen er niet al naar het ons uitkomt en zint een draai aan geven, of het gebruiken als een werktuig om ons van de conflicten van begeerte te bevrijden.
Maar als we er oog voor hebben dat dit waar is, dan heeft dat het vermogen om de geest (het denken en voelen) te verlossen van de neiging illusies te kweken.
We moeten dus beseffen dat de begeerte zichzelf splitst in afzonderlijke, met elkaar botsende delen.
Wij zijn zelf die botsende en tegenstrijdige begeerten, wij zijn die hele verzameling verlangens, die ons in verschillende richtingen trekken.
We moeten eerst, al is het maar even, zicht krijgen op begeerte als enkel geheel, anders heeft alles wat we doen of laten heel weinig te betekenen, want begeerte maakt nieuwe begeerten en in het conflict daartussen zit onze geest gevangen.
Conflictloosheid is alleen bestaanbaar wanneer er een eind komt aan de begeerte, die met al wat ze herkent en zich herinnert het ‘ik’ vormt.
… Er bestaan zowel openlijke als verborgen, bewuste als heimelijke verlangens [drijfveren uit het onderbewuste]. De heimelijke zijn oneindig belangrijker dan de voor de hand liggende; maar we raken niet met die dieper liggende vertrouwd zolang we de oppervlakkige niet doorzien en getemd hebben [d.m.v. doorvoelen]. Niet dat de bewuste verlangens onderdrukt of gesublimeerd moeten worden of in een bepaald keurslijf gedwongen; maar ze moeten wel waargenomen en tot rust gebracht worden.
Dankzij het kalmeren van de oppervlakkige opwinding ontstaat de mogelijkheid dat de dieper gelegen verlangens, beweegredenen en bedoelingen aan de oppervlakte komen.
Hoe moet ‘ik’ het probleem benaderen om er mee te experimenteren?
Wie experimenteert staat niet los van dat waarmee hij aan het experimenteren is. We moeten er oog voor hebben dat dit zo is, dat dit [in ons] waar is.
Als we aan het experimenteren zijn met onze begeerten, zijn we immers geen afzonderlijk iets of iemand, los van die begeerten, is het wel? De ‘ik’ die zegt “Dit verlangen ga ik onderdrukken en ik ga me voor dat andere inzetten” is zelf een product van al wat er aan begeerte aanwezig is, nietwaar?
Wanneer op een moment dat ieder verlangen in ons opwelt deze waarheid beseft wordt, is de mens bevrijd van de waan van het bestaan van een zelfstandig experimenterende figuur die los staat van de begeerte.
Zolang het ‘ik’ zich ervoor uitslooft vrij te worden van begeerte, verhevigt het alleen maar de begeerte in een andere richting en bestendigt het daarmee de conflictsituatie.
Als je dit feit van ogenblik tot ogenblik beseft, houdt de wil tot [innerlijke] censuur op te bestaan; en wanneer de ervarende zelf de ervaring is, zul je ontdekken dat de begeerte en de veelheid aan conflicten die daarmee samenhangen ophouden te bestaan.(3)
… (Woorden hebben voor ieder van ons hun subtiele betekenissen en als we ons eens even van al die innerlijke associaties [uit herinneringen en ervaringen] en van de reacties die ze oproepen, kunnen losmaken, dan zullen we misschien de waarheid te weten komen.
Bij de meesten van ons wordt ervaren altijd tot herinnering.
Hoe komt dat?
Komt dat niet doordat onze 'geest' steeds bezig is allerlei dingen in zich op te nemen en te absorberen, terwijl hij andere juist wegduwt of ontkent?
Is het niet zo, dat hij alles wil vasthouden wat aangenaam, verheffend of zinvol is? Terwijl hij dat wat niet is zijn kraam te pas komt probeert te elimineren?
En kan hij ooit vrij zijn van dat proces?
Dat is duidelijk een zinvolle vraag, zoals we zullen ontdekken op het moment dat we hem stellen.
Dit ergens op of ergens tegen gerichte proces van verzamelen en evalueren, dat zich binnen onze geest voltrekt, wordt de censor, de waarnemer, de ervarende, de denker, het ‘ik’.
Op dat moment van het ervaren is er geen ervarende; die ontstaat zodra we beginnen keuzes te maken, dat wil zeggen, zodra we, na het levende ervaren, de oogst gaan binnenhalen.
Onze drang om overal iets van mee te nemen is een doodsteek voor het levende van het [ogenblikkelijke] ervaren en maakt dat dit tot iets van het verleden, iets dat je je herinnert. [En herinneringen zijn bron van beweging van de 'geest'.]
Zolang we te maken hebben met de waarnemer, de ervarende, is hebzucht – het proces van binnenhalen van de ervaringsoogst – onvermijdelijk. Zolang er sprake is van een afzonderlijke component die steeds oplet en keuzes maakt, blijft ervaring een proces van ‘worden’. Is zo’n afzonderlijke component er niet, dan hebben we te maken met Zijn, of levend ‘ervaren’.
Het ‘oogsten’ is een verwervingsdrang, een begeerte.)(3)
___________________
Noten:
(1): J. Krishnamurti: informatie via ondertitelde lezingen op https://www.youtube.com/playlist?list=PL1n30s-LKus6Tz_bIELPYnoRUX-lCDRfA , zoals ondertitelde
https://www.youtube.com/watch?v=-Z6IYtIEV9w&list=PL1n30s-LKus6Tz_bIELPYnoRUX-lCDRfA&index=2 .
Boeken zijn te bestellen op https://www.rozekruispers.com/nl/catalog/1714/krishnamurti.html .
(2): Vrij naar boek: Krishnamurti, Van Dag Tot Dag.
(3): Vrij naar boek: Krishnamurti, Commentaar op het leven II.
____________________ >>
​
Na deze overdenkende woorden van Krishnamurti, enige oude maar intens inhoudelijke woorden, die het ‘nu’ aanraken van de heer Z.W. Leene (1938).
Het zijn woorden met mogelijk een iets andere betekenis dan voor de snelle lezer; sta stil bij de zin. -- Maar onderaan meer van Krishnamurti.
_____________________________________________________________________
MENS, sta stil en tracht u te herinneren.
Vergeet de tijd die doet jagen, al was het maar tien minuten per dag.
Aanschouw uzelf en [dan] uw medemensen en zie uw handelingen, {doch niet oordelend}.
Tracht daarvan de drijfveer op te sporen in alle rechtszinnigheid, en toets het resultaat aan de rationaliteit rondom u.
Vergeet nooit dat de wijze sereen is en speur daarvan de oorzaak.
Dood uw trots die bespottelijk is bij(t.o.v.) ‘het Al’.
Roei uit de ambitie die u verplichten zal uw naaste te kwetsen.
Laat niets uw licht zijn behalve het ‘offer’, {dienstbaarheid, zelfreflectie, zachtmoedigheid}.
Wees vlijtig maar met bewust-zijn.
Vermijd nutteloze dingen te doen, te zeggen of te zoeken, want uw tijd in dit leven is kort.
Speur in uw hart naar de bron van alle conflicterende [tegenpolen in het zelf] en smoor ze, elke minuut van de dag.
Doe of zeg niets ondoordacht om geen oorzaken te scheppen voor nieuwe zorgen.
Let wel; dat de sterkste steeds diegene is die zichzelf overwint. Als de pijn u overmant, breng uzelf tot kalmte, vlucht niet in de verdoving of leugen, [leef niet in illusies,] maar beschouw ze in het licht van haar veelvoudige betekenis.
Begrijp dat het wee een louterend vuur is dat de wonden uitbrandt en ontsmet.
Laat u deze reiniging vurig begeren. Want niet voordat u als een feniks in dit vuur herboren wordt, zult u wegwijs worden.
Leef in het eeuwige nu.
Kijk niet achterom en hunker niet naar straks, want het oneindige trilt in iedere seconde. Dit kan u een grote hulp zijn op uw levensweg, want in het ‘nu’ gedijt noch nijd, noch afgunst, noch jaloersheid, noch haat.
Weiger u op te sluiten in een ivoren toren, want uw werkplaats is de wereld met de mensheid, en wie zich afzondert maakt diens ziel [of bezieling] rigide en eigenwijs.
Wees steeds bereid van elkaar te leren.
Leer daarom luisteren en zwijgen. Spreek slechts als uw tong rein is en niet kwetsen wil of kan. Spreek slechts als u werkelijk iets te zeggen hebt. Wees geduldig en verdraagzaam door liefde.
Tracht het verlangen naar sensatie te doden, want sterke ontroeringen storen de vibratie en laten die kolken en golven als een kokende zee, en brengen uw geest in verwarring.
Tracht door onpersoonlijk begrijpen en aanvoelen neutraal de dingen te zien.
Wie buiten de beroeringen blijft, kan ze in hun geheel overzien, [dieper in zichzelf zien,] en met een klaar oog het geneesmiddel, [het juist, conflictloos handelen,] ontwaren.
Verlang geen [geestelijke] zelfontwikkeling want de wijze weet dat de bloem die op grond vanzelf gedijt en niets meer hoeft te doen dan Zijn, met een intens verlangen naar licht. Besef tevens dat wat u ook doet, u steeds eenzaam zult zijn totdat u in hem de eenheid met allen bewerkstelligd zult hebben. Geen mens is in staat een ander volledig te benaderen, nog geen seconde.
Daarom zoek geen binding in deze wereld, want elke binding naar de natuur is een bron van pijn, [van conflict, maar ook een drijfveer tot zelfkennis en inzicht tot de innerlijke stilte te komen, het Zijn.
Zo zien we de woorden: “Voorwaar, ik zeg u, wie niet alles heeft verlaten, kan Mij niet volgen”.
…..
{Uit: Pentagram, 2019, nr. 2}.
______________________________________________________________________
Nog een paar overdenkingen van Krishnamurti:
​
“Waar zijn wij verantwoordelijk voor?”
Question: Ik meen dat u zei dat wij verantwoordelijk zijn voor de hele samenleving. Ik heb niet precies begrepen wat u bedoelt. Zijn wij verantwoordelijk voor de oorlogen [strijdigheden] en zo?
Krishnamurti: Denkt u niet dat wij verantwoordelijk zijn voor de oorlogen? [Onderzoek innerlijk]. Onze manier van leven wijst erop dat we brutaal/grof en agressief/strijdlustig zijn, dat we heftige vooroordelen hebben; we hebben ons verdeeld in nationaliteiten, religieuze groepen, we haten sommige anderen, we vernietigen onszelf in onze zaken; dit alles moet zich klaarblijkelijk uiten in onenigheid, in ‘oorlogen’/strijd. Leven in vrede betekent elke dag met àlles vredig leven, toch?
Q: Het lijkt mij dat er mensen zijn die verantwoordelijker zijn dan anderen.
K: Ah! Deze meneer zegt dat er mensen zijn die verantwoordelijker zijn voor al die lelijkheid dan jij en ik. Het is een fraaie en vergenoegde manier om er [onder]uit te komen. Maar ik ben bang dat we dat niet uit zijn; als u Duits en ik Russisch bent, als u communist en ik kapitalist bent, zitten we elkaar dan niet naar de keel, zijn we dan niet vijandig tegenover /tegenstrijdig aan elkaar?
U wilt alles zoals het is, ongestoord, want u hebt een beetje geld, een kind, een huis en u wilt in godsnaam niet gestoord worden – alles wat u stoort, haat u [of vermijdt u ondanks anderen].
Ben je niet verantwoordelijk als je volhoudt dat je niet gestoord wilt worden? En dan zeg je “mijn religie, mijn Boeddha, mijn Christus, mijn alles, wat dan ook, daar is mijn ‘god’, in hem heb ik alles geïnvesteerd, mijn zekerheden en mijn lijden”, en je wilt niet gestoord worden. De mens die geheel anders denkt dan ‘haat’ jij hem. Elke dag vredig leven betekent dat je echt zonder nationaliteit, religie, dogma, [verwachting, projectie] of autoriteit bènt. Vrede betekent liefhebben [in agapè], [sowieso] vriendelijk/goed zijn; en als je dat niet bent, ben je verantwoordelijk voor alle verwarring.
Saanen, 9 juli 1967, J. Krishnamurti
​
Vraagsteller: Ik begrijp deze zaak níét van 'onmiddellijke actie', volkomen in het nu, in ‘dat-wat-is’.
Krishnamurti: Wat is actie? De eigenlijke betekenis van dat woord is 'doen'. Actie impliceert een actief heden. Maar actie is hier verworden tot projecties uit herinnering naar de toekomst,/ tot het resultaat van de maniertjes, kennis, ervaring, ideeën, formules van gisteren, die vast zijn komen te liggen en we handelen er naar. De herinnering aan gisteren, gewijzigd enzovoort, handelt in het ‘heden’ en dat schept de toekomst, dus in die handeling is er geen actief heden. Ik handel in overeenstemming met een dood/leeg/emotieloos ding. (Natuurlijk moet ik geheugen hebben in bepaalde categorieën van activiteiten, technische enzovoort; [is er waarneming van gevoel en denkwolken]). Maar handelen volgens het geheugen levert alleen maar actie op die helemaal geen actie is, het is een dood ding, [een lege projectie uit het verleden, niet-nu], dus morgen is ook een dood/leeg ding. Dus wat moet ik doen? Ik moet een actie leren kennen die totaal verschillend is van de actie van het geheugen. Om dit te doen moet ik zien [en oordeelloos waarnemen] wat er werkelijk gebeurt, niet intellectueel, niet verbaal, niet sentimenteel. Ik heb een ervaring van woede of van plezier gehad en dat blijft als een herinnering, en overeenkomstig die herinnering vindt er actie plaats. Die actie uit het geheugen doet de woede of het plezier toenemen en het is altijd een opeenstapeling van het verleden – zo'n actie uit het verleden is in feite nietsdoen, [niet in het nu zijn, ‘virtuele inactiviteit’].
Kan de geest vrij zijn van deze herinneringen van gisteren om in het heden te leven? Dit moet geen vraag zijn waarop ik een intellectueel antwoord kan krijgen. Evenmin kan de ‘geest’, de bewegingen van gevoel en denken, die van de tijd is, die onderhevig is aan oneindige stemmingen, zich bevrijden van de herinneringen aan gisteren door te proberen in het heden te leven in overeenstemming met de filosofie die zegt "ik moet volledig in het heden leven", die zegt "er is geen toekomst, er is geen verleden, dat de toekomst hopeloos is en daarom leef [ik] in het heden en maak het beste van het heden".
Ik kan niet in het heden leven als het heden in de schaduw van het verleden staat. Om dit te begrijpen moet de ‘geest’ als bewust-zijn in staat zijn om te kijken, waar te nemen zonder classificeren, en je kunt alleen kijken als er geen veroordeling, geen identificatie, geen oordeel is – zoals je kunt kijken naar een boom, een wolk – er gewoon naar kijken. Voordat je kunt kijken naar de meest complexe structuur van het geheugen, moet je in staat zijn om te kijken naar een boom, naar de mier, naar de beweging van de rivier, om te kijken [zonder die bewegingen van gevoel en denken z’n loop te laten tot actie] – [echter], dat doen we echt niet. Het lijkt veel belangrijker om naar het verleden als geheugen te kijken, en dit weten we niet hoe te doen.
Actie volgens het geheugen, is totale inactiviteit, en daarom is er helemaal geen revolutie in de ‘geest’.
De revolutie voor de 'geest' wordt o.a. beschreven in http://levendegedachten.nl/krishnamurti/geloof-leidt-tot-gebondenheid.htm .
​
Verlangen naar de toekomst wijst op de wens het heden te vermijden. – Krishnamurti
Wanneer je naar een bloem kijkt, naar de kleur, zonder er een naam aan te geven, zonder voorkeur of afkeur, zonder op wat voor manier ook een scherm tussen jezelf en dat ding dat je als bloem ziet, te schuiven, zonder het woord, zonder gedachte, dan heeft de bloem een uitzonderlijke kleur en schoonheid.
Om helder te zijn moet de geest absoluut tot rust zijn gekomen en volslagen stil zijn, dan is er werkelijk begrip en daarom is dat begrip handeling.
Als het ik-bewustzijn verdwijnt, dat wil zeggen als het ego oplost, is er puur besef. Bewustzijn is persoonlijk, besef is onpersoonlijk.
​
Mogelijk later meer. Er staat een link.
Ga terug naar: :
Home: https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg ,
Jeugdzorg: https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/jeugdzorg ,
Jeugdbescherming: https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/jeugdbescherming ,
Kinderbescherming: https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/kinderbescherming ,
Wetenschap: https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/wetenschap ,
Tips: https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/tips .
​
​
​
​
​
​
​
​