top of page

Hechtingprobleem, Faalangst, Autisme, Shaken-baby-syndroom, PCF, en andere 'smoezen' om uithuisgeplaatste kinderen niet (gefaseerd) terug te plaatsen.

Inleiding met tips 

Naast de beweringen en insinuaties die veel worden gebruikt om een kind (met spoed en politie) uithuis te plaatsen kent de jeugdbescherming ook vele tactieken om een kind uithuisgeplaatst te houden.

Opvallend daarbij is dat er nauwelijks voldoende diep wordt gediagnosticeerd en het kind zowel als de ouders geen daarop gebaseerde therapie en voorlichting verkrijgen (BW1:262).

Uiteraard hopen wij dat ouders die in aanraking komen met ‘jeugdzorg’ direct een dossier aanleggen met een chronologie, een agenda, ofwel een contactjournaal, en alle stukken. Gesprekken (opnemen mag) kunnen het best schriftelijk bevestigd worden met een korte reactietermijn voor evt. verbeteringen.

Dat is niet zozeer om de jeugdbescherming iets te bewijzen, doch de reeks rechters in de loop van de OTS, tot zelfs beëindiging van het ouderlijk gezag aan toe, (tegen)bewijs te leveren. Bijvoorbeeld over inspanningsverzuim door de gezinsvoogd (BW1:262).

Daartoe dienen ouders de wet te snappen en gebruiken, want voorlichting daarover door de ‘jeugdzorg’ is hooguit half en gepolariseerd. (https://jeugdbescherming.jimdo.com/wetten-en-regelgeving/bw-awb-rv-regels/ en nuttige tot preventieve voorbeeldbrieven en meer op https://sosjeugdzorg.nl/downloads).  Het is te hopen dat rechters deze inzet van ouders zullen zien, zijnde dat de ouders het kind deze inzet tot lezen, begrijpen en uitvoeren, waard achten.

Diagnosticeren

Dàt doe je in de echte gezondheidszorg (GGZ voor de meer psychische en orthopedagogische problemen, al kunnen die ook een fysieke uitwerking hebben), niet bij 'jeugdhulp' of 'jeugdzorg'; de huisarts mag ingang zijn.

De ‘jeugdzorg’ gebruikt hun te brede en algemene ketenpartners, en zolang ouders niet uit het gezag zijn gezet mogen ze (BW1:247) uit hun verantwoordelijkheid hoogwaardiger diagnostisch onderzoek inzetten of daartoe verzoeken, zelfs wanneer nodig via de rechter! Het kind heeft er recht op, het kinderrecht IVRK artikel 24 lid 1 (een tekst die men dient te kennen als basis: https://kinderbescherming.jimdo.com/ onderaan; een site met informatie). 

Diagnostiek, open en integraal, is nodig om het juiste hulptraject in te zetten. Denk daarbij aan passende voorlichting, omdat ouders de leefsituatie voorleven en dus in hun representatie het kind kunnen helpen, en aan therapie, mogelijk ook voor de ouder, wat eenvoudig met wat tips kan zijn, doch ook zeer gespecialiseerd, zoals bij onveilige gehechtheid.

Bij faalangst wordt duidelijk dat de therapie best thuis gegeven kan worden.

Wetenschappers hebben vastgesteld dat thuis de hulp verstrekken gezonder en effectiever is voor het kind. (https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/wertenschap-kind-oudercontact-schaden-is-schadelijk/).

Het is goed dat ouders begrìjpen waarmee geschemerd wordt door de ‘jeugdzorg’ naar de rechter. Daarom hier enige punten over wat het kind zou kunnen schelen, en met therapieën te verhelpen is. Het hoeft geen reden te zijn tot uithuisplaatsen of uithuisgeplaatst houden.

De jeugdbescherming denkt meer en meer om het gezag te beëindigen (de aantallen lopen op!) en niet gefaseerd terug te plaatsen, wat onder echte deskundigheid wel kan! Bedenk dat een probleem als oorzaak weer andere problemen tot gevolg kan hebben, zoals internaliseren of externaliseren, zich terugtrekken, passief worden tot agressie en baldadigheid.

De clichématige ‘standaard’ van jeugdbescherming en jeugdrechters is de pseudowetenschap van Weterings: https://jeugdbescherming.jimdo.com/tips-en-andere-brieven/weterings-misleiding/weterings-suggesties/ . Daarin wordt ook duidelijk dat de meeste beschuldigingen om tot een OTS te komen gericht zijn op de ouders, met name op de moeders. Lees dat om er bewust van te zijn!

 

Faalangst en uithuisgeplaatst-zijn  

                     Veiligheid is Thuis 

Eén op de tien kinderen heeft last van faalangst. Naast aanleg is het ontbreken van veiligheidsgevoel en vertrouwde omgeving één van de oorzaken. Ouders kunnen daartoe tijdig tips vragen aan een orthopedagoog(-generalist, met BIG-registratie). Ouders vragen altijd bij eerste contact met een hulpverlener naar diens specialismen en beroepsregistratie, natuurlijk.

Omgaan met de gevolgen van onveiligheid en onzekerheid, nu met name door het uithuisgeplaatst-zijn, zonder voorbereiding en gefaseerd wennen aan de vreemde pleegsetting, dient met gespecialiseerde begeleiding, vaak door een orthopedagoog-generalist en met hem samenwerkende therapeuten; deze onzekere pleegsituatie kan regelmatig leiden tot faalangst (naast schijngedrag etc.).

Kinderen hebben zeker in de door hen gevoelde vreemd-onveilige pleegsetting de neiging zich naar diegenen waaraan ze afhankelijk zijn, pleegouders of leiding van kindertehuis, met schijngedrag hen te pleasen, hen het naar de zin te maken. Kinderen willen slagen in hun leven, door succesvol ‘groot’ te zijn.  

In prejudicie wordt dit niet herkend op het jeugdzorgniveau en pleegzorgniveau, waar orthopedagogie (inclusief de beroepsethiek daarvan) ontbreekt. Al snel wordt het streven van het pleegkind niet gezien en er niet juist op gereageerd.

Door een verhoogd Cortisolgehalte (van een stresshormoon in het fysieke bloed ; https://jeugdbescherming.jimdo.com/tips-en-andere-brieven/cortisol-in-pleegzorg-te-hoog/ ) treden er spanningen in het kind op en kan diens streven pleasend te slagen stagneren.

Als dat streven te ‘slagen’ niet lukt kan het kind het idee opvatten niet goed genoeg te zijn; het kan zich minder voelen dan andere kinderen in de pleegsetting.

Ook door het idee, dat het kind door het niet thuis mag wonen en ‘kennelijk’ door diens ouders verlaten is (die sterke ouders die hem anders toch terug konden toveren naar huis), ontstaat het ‘afgestaan-gevoel’, de verlatenheid, die een oorzaak kan zijn tot faalangst. Faalangst ligt dan op de loer.

Wat kan men doen?

Het gaat om het thema zelfvalidatie, oftewel in de volksmond: doe ik ertoe en hoe merk ik dat? Specialist Ard Nieuwenbroek heeft ontdekt dat kinderen die slecht omgaan met faalangst weinig zelfvalidatie hebben.

Veel ouders hebben geleerd positieve feedback of ik-boodschappen te geven, maar dat is niet genoeg. Ze moeten leren relationeel te communiceren: dat is een kernbegrip! Het wil zeggen dat je als ouder zegt wat het effect van het kind op jou is. Dat is het begin van de zelfvalidatie bij het kind, een antwoord op de vraag “doe ik er toe?” Het leidt tot: “Mijn bestaan heeft effect op jouw bestaan en daarmee besta ik”. Ook het prepuberen van kinderen rond de zeven jaar kent al identiteitsbewustzijn.

Relationeel communiceren doe je als je tegen je kind zegt wat het gedrag of de woorden van het kind bij jou als ouders op opvoeders teweeg brengen.

Als ouder kan je bijvoorbeeld zeggen: “Fijn dat je de afwas gedaan hebt.” Dat is positieve feedback. Maar je kunt ook zeggen: “Fijn dat je de afwas gedaan hebt; nu heb ìk alvast mijn telefoontjes/taak kunnen doen en kan ik lekker aan mijn vrije avond beginnen (na het voorlezen uiteraard)”.

Het kan ook in reactie op iets dat je vervelend vindt, bijvoorbeeld: “Nu loop je weer met je modderschoenen binnen; nu moet ìk weer opnieuw beginnen met schoonmaken.” (Je ziet dat er geen veroordeling doch een constatering in zit!).

Zo maak je de invloed zichtbaar die het gedrag van het kind op jou heeft. Dat kan thuis. In de vertrouwde omgeving, al zal de jeugdzorg daarop afdingen.

Voor faalangstige kinderen is het van groot belang, dat zij het besef krijgen dat hun gedrag invloed heeft op anderen; dat zij er toe doen.

 Daarnaast is een veilig klimaat thuis van wezenlijk belang.

(Denk ook aan spanningen tussen ouders onderling, waar communicatietechnieken  kunnen helpen toch een goed ouderschappelijk levensvoorbeeld te zijn naar het ontvankelijke kind. Wees er tìjdig bij!).

Enkele vuistregels voor het scheppen van een veilig klimaat thuis voor een faalangstig kind zijn: 

  1. Faalangst is menselijk. Als ouders moet je het standpunt uitdragen dat faalangst hoort bij het leven en niet iets is om je zorgen over te maken (al doende leer je, en het is niet ‘alles’ – van dat ikje –  doch een eigenschap die onderkend kan worden);

  2. Mislukken mag best wel eens. Veel ouders houden de moeilijke dingen voor zich, waardoor ze de indruk geven dat zij nooit falen. Door er wel in het bijzijn van je kinderen over te praten, filosoferend, geef je de boodschap dat mislukken mag. En dat is voor faalangstige kinderen een verademing (het proberen of inzetten is belangrijker dan het slagen);

  3. Neem de situatie serieus.  Praat, desnoods met tips vragen bij een specialist, er samen over; niet te veel (want daardoor kun je het te zwaar maken) en niet te weinig (waardoor het kind zich niet gezien voelt);

  4. Niet meegaan in het “tunneldenken”. Faalangstige kinderen kunnen vaak aan niets anders denken dan aan de beproeving die op komst is. Het kan helpen als je hier als ouder niet teveel op focust maar probeert te ontspannen;

  5. Acceptatie niet afhankelijk maken van prestaties. Laat je kind regelmatig merken, benoemend, dat je het waardeert los van wat het presteert.

Faalangst is gekoppeld aan moeten presteren en beoordeeld worden. Dat doet zich  voornamelijk op school voor.

Later blijkt dat het denken in ‘oordelen en schuld’ juist psychische muren bouwt, en dus een onhandige manier te zijn. Voorbeelden van constateren, benoemend, zijn dus belangrijk dat het ook anders kan.

Vaak staan leraren wel open voor gesprekken met ouders (en leerling) als er een probleem is. Basisscholen hebben een interne begeleider, maar ook zoiets op voortgezet onderwijs.

Er bestaan trainingsprogramma’s voor faalangstige kinderen. Ouders mogen ernaar informeren. (Maar geef school en huisarts e.d. ook een verbodsbrief om zonder uw toestemming derden, zoals jeugdzorg, direct informatie te verschaffen; laat er eerst met de ouders over gesproken worden bij signalen. Er kan wel gemeld worden, maar waarom niet eerst met de ouders praten die aangeven hulpzoekend te zijn en dus niet passen in een mishandelings- of verwaarlozings-melding aan V.T.).

Voor adoptieouders is bij de Stichting Adoptievoorzieningen (https://adoptie.nl/) informatie te verkrijgen, ook voor deze nazorg.

Autisme heeft speciale aandacht nodig, gelijk onveilige hechting ('hechtingspro-blemen'); daarover onderaan.*

 

Shaken-baby-syndrome

Dit is eens een hit geweest bij ‘jeugdzorg’: https://www.dropbox.com/s/0a5v6sd3kgz05o4/ShakenBabySyndrome%202013.12.14.pdf?dl=0 . Met wat kennis hierover kan men bewust worden wat de beschuldiging is en zich verweren.  

 

Hechtingsproblemen

Hechtingspróbleem. Een mooi woord dat geen diagnose is!

De ‘jeugdzorg’ is daar goed in om de rechter te misleiden (https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/wat-rechters-niet-willen-weten-meten/). 

Onveilige gehechtheid en in uiterste geval hechtingsstoornis, dat zijn diagnoses! En daarbij dient naast de onderzoeksvragen het diagnostisch rapport van de specialist aan de rechter overlegd te worden. De ouders moeten dit al eerder hebben gezien, omdat ze accoord moesten gaan met de onderzoeksvragen (https://kinderbescherming.jimdo.com/informatie/onderzoeksvragen-open/),  die ópen dienen te zijn voor integraal valide onderzoek, en kennis te hebben genomen van hoe dat thuis het beste kan worden aangepakt.

De ‘jeugdzorg’ zal eerder een onveilige gehechtheid veroorzaken dan dat ze dat daadwerkelijk tegenkomen en herkennen. In maandblad FJR 2012/95 (https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/fjr-2012-95-over-hechting/) is daarover geschreven en staan in de noten ook mogelijke therapieën. Bij onveilige hechting, dat niet gediagnosticeerd kan worden door een algemeen deskundige bij 'jeugdzorg', komen ook angsten, en daarmee afwijkend cortisolgehalte, voor.*

 

Loyaliteitsconflicten en CAPRD

Door scheiding, ook door uithuisplaatsing:

We constateren dat ouder vooraf aan een OTS niet goed worden voorgelicht en geen alternatieven krijgen uitgelegd. In het LOC-onderzoek in 2017 over ‘waarheidsvinding’ bleek dat aangeraden werd dat ouders die voor een OTS staan direct een vertrouwenspersoon van het AKJ (http://www.akj.nl/algemeen/over-het-akj/vertrouwenspersonen/?d=ouders) krijgen toegereikt omdat Veilig Thuis niet met maar tegen de ouders spreekt, en zich weinig flexibel toont. De uitzending van EenVandaag d.d. 9-9-2017 maakte dat duidelijk hoe er gewerkt wordt (https://www.youtube.com/watch?v=CXaaAq2oQlg  èn  http://svensnijer-essays.blogspot.nl/2017/09/spuiten-en-slikken-met-veilig-thuis.html) in deze toegangspoort tot dwangzorg.

Het ìs mogelijk dat alle ouders, die bekend zijn door hun scheidingsaanvraag bij de rechter, direct en urgent twee brochures, voor iedere ouder één, krijgen over wat ze hun kind kunnen aandoen met hun signalen, en welke uitwerking de alternatieven hebben op de psychische ontwikkeling van dat o zo geliefde, ontvankelijke kind.  (https://www.dropbox.com/s/e2exwdaacp7dnma/Wat%20ondervinden%20kinderen%20%2B%2B%202016.pdf?dl=0  of op  https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/diagnostiek-nodig-als-nulmeting/ en verder in de hoofdstukken).  

Eenmaal onder een omgangs-OTS krijgen de ouders dàt niet urgent of helemaal nooit te horen.

Er zijn vele signalen dat zo'n omgangs-OTS  escaleert, en zulks is niet gunstig voor het kind dat die tijd moet lijdend uitzitten, terwijl men, ook de rechter, weet dat kinderen bij scheiding een extra psychisch rugzakje te dragen krijgen, waar kennis bìj ouders voor nodig is, omdat ze zich representeren aan het kind, zich een levensvoorbeeld voorleven in signalen die het kind, dat niet blind is, opvangt! Juridisch gokken is vaak het kind onrecht aandoen.

Het ‘oudervervreemdingssyndroom’ (PAS) is tegenwoordig als CAPRD opgenomen in het medisch handboek DSM-5.   CAPRD staat iets meer naar onder op https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/wertenschap-kind-oudercontact-schaden-is-schadelijk/ .  

 

​Er bestaan therapieën en hulptrajecten in de gezondheidszorg!

Op een probleem met kind of gezinsdynamiek bestaan therapieën en hulptrajecten in de gezondheidssector, en die sector, die onder de WGBO valt, is hoogwaardiger dan het sociale domein met ‘jeugdzorg’.

Er bestaan dus wel juiste informatie en voorlichting over problemen, ook bij omgangssabotage, en er kan begeleid worden door deskundigen. Maar het faalt te vaak onder ‘jeugdbescherming’.  

Over scheidingsproblemen waar het kind tussen zit, staat meer op o.a. http://peterprinsen.nl/Vechtscheiding.htm . Hier komen een groot deel van de roepen om ‘waarheidsvinding’ vandaan, waarmee uiteraard ‘diagnostische waarheidsvinding’ bedoeld wordt.

Immers hoe kan men meten wie de waarheid spreekt en wie liegt of misleidt? Dit is niet aan jeugdzorgwerkers of gezinsmanagers. De ‘perverse prikkel’, die de Kinderombudsman in 2013 vond (http://www.dekinderombudsman.nl/92/ouders-professionals/publicaties/rapport-is-de-zorg-gegrond/?id=325) , lijkt naast werkgelegenheidsbescherming er debet aan.

Ouders lijken graag in de stropop van de jeugdzorg te trappen: https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/de-stropop-redenering-p-prinsen/ . Er zijn waarschuwende en informerende sites te vinden, zoals https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/tips-tegen-drangzorg-kog , maar ook uit precedenten is te leren: https://jeugdbescherming.jimdo.com/wetten-en-regelgeving/goede-precedente-uitspraken/meer-precedente-uitspraken/.

​

Rechters

Rechters zouden meer de weegschaal van Vrouwe Justitia moeten gebruiken wanneer er meerdere signalen zijn van alternatieve wegen, dan enkel de rapportage vanuit de ‘jeugdzorg’, inclusief de RvdK. Eén of twee ouders èn de ‘jeugdzorg’ zijn bij de rechter juridisch partij. En in de rapportages vanuit de ‘jeugdzorg’ staan gezien de roep om ‘waarheid’ nog steeds fouten en insinuaties.

Zo vond in 2010 al een raadsheer/rechter van het hof dat er knelpunten te constateren worden in die rapportages: https://kinderbescherming.jimdo.com/methoden/fjr-2010-92-rechter/ .

 

Beleidsmakers, volksvertegenwoordigers

Er zou meer geschreven dienen te worden naar de beleidsmakers, onze volksvertegenwoordiging: https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/open-brief-aan-tweede-kamerleden/, of

https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/volksvertegenwoordiging-slaapt .

Misleidende woorden

Het ‘belang van het kind’ (https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/watisbelangvankind) en ‘kindermishandeling’ (https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/de-stropop-redenering-p-prinsen/wat-is-kindermishandeling/)  zijn nog te weinig gedefinieerde termen, die de  jeugdzorgwerkers erg vrij gebruiken, naast andere termen die als cliché in de rechtsgang gangbaar zijn.

Want wat is 'perspectiefbiedend' wanneer het pleegkind in al die kinderjaren van 'perspectiefbiedend pleeggezin' naar 'perspectiefbiedend pleeggezin' wordt overgeplaatst? Perspectief op subsidie aan de G.I.?! De schijn bij het woord is dat het ten goede komt aan het kind, maar vaak is dat niet onderbouwd, en zeker zonder dat er rekening mee gehouden wordt dat het levende kindobject opgroeit en eens diens dossiers zal kennen als diens historie.

​

\        onder de noot *:          {Voor mobielgebruikers: de plaatjes staan dan onderaan!}

​

​

​

                                                                                         Gedesorganiseerde

                                                                                         gehechtheid komt vaker

                                                                                         voor door pleegzorgsettingen

                                                                                         dan bij geadopteerden, en

                                                                                         dit moge een signaal zijn!

​

​

​

​

​

De kindobjecten worden eens

18 jaar, en hoe oververtegen-

woordigd zijn ze dan bij

uitkeringen, nog afgezien

van de zorg die ze dan

moeten vinden om de

schade door 'jeugdzorg' te

verwerken?!

​

\

​

​

*: Autisme en onderkennen

Naast onveilige gehechtheid en hechtingsstoornis is autisme moeilijk te herkennen, en is er echt hoogwaardige, gespecialiseerde diagnostiek nodig. Dat is niet iets wat de 'jeugdzorg' of de rechter kan overlaten aan de algemeen onderzoekende ketenpartners van de jeugdbescherming.

Het is zo belangrijk dat er daadwerkelijk goed wordt gediagnosticeerd, omdat het veiligheidsgevoel in het kind door dwangzorg en vreemde mensen nadelig wordt aangetast, meer nog dan dat dit geschied in 'gewone kinderen'.

(Veilig Thuis en jeugdbescherming zijn geen diagnostisch-valide stichtingen.)

Beide vormen zijn met goede begeleiding thuis veel beter te behandelen voor een 'veilige ontwikkeling' van het kind dan in een pleegsetting, die de 'jeugdzorg' regelt met beweringen naar de rechter dat de ouders het niet aankunnen, de ouders slechte opvoedvaardigheden hebben, en dergelijke uitleg terwijl de diagnose en onderkenning niet is geschied door de jeugdzorgwerkers. Het is te gebruikelijk dat rechters op de jeugdzorgrapportages afgaan ondanks de bevindingen van de Kinderombudsman eind 2013.

Bij autisme kan het zijn dat een

vergrote Fornix (Hippocampus)

het jonge kind zo gevoelig maakt

dat het zich afschermt van diens

buitenwereld.

Ook komen bij autisme vaker

angsten voor dan gemiddeld.

Het kind dan onwetend en zonder

diagnose, gebruikelijk op beweringen,

door de 'jeugdzorg' in een voor dat

kind vreemde setting uithuis wordt

geplaatst, dan mag dat eigenlijk

institutionele kindermishandeling

heten, gepleegd door onwetende

jeugdzorgwerkers, ook bij de Raad,

en dito rechters.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

\/

​

Uiteraard zijn er meer problemen bij kinderen, waarvan ouders zonder valide gezinssysteemdiagnostiek de 'schuld' lijken te krijgen in de jeugdzorgrapportages naar de rechter.  

Dit wordt dus hier verder niet behandeld, doch verwezen naar de noodzaak ter bescherming van het kind om in de ingang (IVRK art. 24 lid 1) en bij evaluaties (IVRK art. 25) hoogwaardige, niet-algemene, diagnostiek te laten bedrijven door specialisten. Dat kan zorgen voor veel effectievere, kortere en daarmee goedkopere hulptrajecten, voornamelijk juist thuis om het basisveiligheidsgevoel van jonge kinderen niet aan te tasten.

Dit is vaker bewezen door onafhankelijke wetenschappers, al noemen we nu slechts arts en prof. Ursula Gresser (2015): https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/wertenschap-kind-oudercontact-schaden-is-schadelijk/ .

​

De in dit artikel gegeven links onderbouwen de noodzaak tot hoogwaardiger diagnostiek dan het afvink-onderzoek in de 'jeugdzorg'. Het geeft uitleg voor onwetenden, maar er bestaat ook duckduckgo.com .

​

We hopen dat men de kinderen in het oog van 'jeugdzorg' het waard acht om urgent waar zorgen gesignaleerd zijn te laten diagnosticeren voor een optimaler hulptraject, waarbij ouders intensief betrokken dienen te worden omdat hun representatie als levensvoorbeeld zo belangrijk is voor het vertrouwen in en de ontwikkeling van het kind.

​

​

     { Mobielgebruikers kunnen beter op een groot scherm kijken of anders veel

        naar onder scrollen voor de plaatjes! }

\

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Ga terug naar:                             :

Home:     https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg                                                       ,

Jeugdzorg:    https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/jeugdzorg                              ,

Jeugdbescherming:  https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/jeugdbescherming   ,

Kinderbescherming:  https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/kinderbescherming  ,

Wetenschap:    https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/wetenschap                        ,

Tips:     https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/tips                                                   .

bottom of page