top of page

Waarheidsvinding 1.

Dit is de brief die stichting KOG schreef n.a.v. het door het ministerie van V&Justitie verzochte onderzoek aan het LOC.

{{Hieronder nog twee artikelen!!}}

In de KOG-Nieuwsbrief voorjaar 2014 zegt emeritus hoogleraar opvoedkunde aan de Universiteit van Amsterdam Jo Hermanns:  'De medewerkers die overgaan naar de gemeente moeten dan ook een hele omslag in denken maken. ’De jeugdzorg moet uit de medewerker gehaald worden.’   Volgens prof. Hermanns zal het moeilijk zijn, maar kan het wel.

De jeugdzorg moet uit de medewerker gehaald worden!  Dat is inderdaad een cultuuromslag. Deze cultuuromslag kan alleen bereikt worden door normering waaraan men zich uiteraard blijft houden na de cultuuromslag (zie ook 'De beste gezinsvoogd: een ideaaltype'; uitgave van de Inspectie Jeugdzorg, april 2013).

 

Dit maakt normering buitengewoon belangrijk. Op de regionale LOC-bijeenkomst in Amsterdam op 9 juni 2017 de aanwezigen waaronder ouders de aanbevelingen:

-  het probleem zo scherp mogelijk te formuleren;

-  gebruikte termen zo veel mogelijk te concretiseren;

-  duidelijk te formuleren (meedelen / toestemming vragen en krijgen);

-  niet zonder meer uit te gaan van de melding van Veilig Thuis (voor zover van toepassing);

-  altijd te controleren wat gecontroleerd kan worden;

-  altijd schriftelijk te laten accorderen door alle informanten;

-  elk verslag aan te passen aan opmerkingen van ouders en jongeren tenzij enzovoort;

-  informatie van professionele derden zoals arts, specialist (Lyme!), psycholoog, kinderpsychiater, niet terzijde te schuiven

-  te proberen de motie van Norbert Klein, 2017,  in de Tweede Kamer (onafhankelijke onderzoeksrechter) in wet en praktijk te krijgen; dus toetsing vooraf. De waarheidsvinding wordt daardoor bij jeugdzorg weggehaald. (Deze laatste aanbeveling kreeg applaus.).

KOG voegt hier nog aan toe snelwerkend klachtrecht en tuchtrecht.

Een verplicht format voor de verslagen op grond waarvan cruciale besluiten over gezinnen worden genomen en die aan de rechter worden voorgelegd is hoogst noodzakelijk.

 

Om tot geobjectiveerde feiten te komen is de inzet van wetenschappelijk gevalideerde instrumenten noodzakelijk. Het tot nu toe gebruikelijke verzamelen van informatie via mondelinge (telefonische) interviews {of roddel} leidt tot oordelen of conclusies zonder wetenschappelijke onderbouwing. Deze zijn daarmee per definitie subjectief {op een laag niveau} en geven de jeugdbeschermer de ruimte om zijn persoonlijke kijk op de werkelijkheid volgens eigen (onbewuste?) normen te presenteren als “feiten”.  Een gezamenlijke werkwijze is nog geen onderzoeksmodel! {En al helemaal geen diagnose met zicht op latere belangen van de opgroeiende. - TjS}.

Dit betekent dat onderzoekers geschoold en getraind dienen te zijn in het toepassen van de wetenschappelijke instrumenten. {Met een hogere beroepsregistratie van het soft-sociale SKJ. - TjS}.

Rapporten dienen een objectief {diagnostisch} vastgestelde probleemanalyse te bevatten. De problemen zijn dan dus specifiek en meetbaar geformuleerd, evenals de negatieve effecten en gevolgen voor de minderjarige, en de in stand houdende oorzaken.

Er dient aangegeven te worden in het licht van de probleemanalyse waarom juist de gebruikte personen, rapporten en literatuur gebruikt zijn en waarom andere bronnen niet. {Het dossier dient aanwezig te zijn ter zitting als bewijs; in ieder geval - vooraf - bij de ouders, conform het McMichael-arrest}.

Conclusies dienen tot stand te komen door een toetsing van de onderzochte objectieve werkelijkheid aan expliciete en wetenschappelijke normen, opdat deze niet worden vervuild door de persoonlijke normen van de onderzoeker.  Deze normen zijn te ontlenen aan bijvoorbeeld (ortho)pedagogiek en ontwikkelingspsychologie. {En onafhankelijke wetenschap, zoals Doyle of Gresser}.

Elk oordeel dient te zijn onderbouwd met een toelichting: wíé {met welke specialisaties en beroepsregistraties}  heeft wat hoe geconstateerd, wanneer en in welke context.

Uitspraken over iemand psychische of lichamelijke gesteldheid dienen onderbouwd te zijn met een professioneel diagnoserapport, waardoor uitspraken zoals "wij vermoeden dat..., wij maken ons zorgen over..., volgens ons..., het lijkt erop dat...", niet meer kunnen voorkomen.

 

U (=LOC) schrijft op 5 oktober 2017: “Er is ook een cultuuromslag nodig binnen de justitiële jeugdketen om tot een samenwerking tussen alle partijen te komen. Waarbij zo min mogelijk mensen teleurgesteld worden.”  De Minister van Veiligheid en Justitie heeft op 13 april 2016 aan de Tweede Kamer geschreven: “Instellingen zijn zich bewust van het belang van objectieve onderbouwing van de conclusies in hun rapportages, óók wanneer het gaat om een professioneel “niet pluis-gevoel”.  Zij hebben daarom doorlopend aandacht voor dit fundamentele aspect van hun werk, ook in overleggen met ketenpartners en de rechtbank." {Met kennis van de praktijk gelooft niemand deze mooipraat vanuit de overheid}. En:

"Periodiek regionaal overleg tussen rechtbank, RvdK, advocatuur en G.I.’s kan eraan bijdragen dat verzoekschriften voor kinderbeschermingsmaatregelen verder worden verbeterd. …  Tot slot is het aan de inspecties om toezicht te houden op de kwaliteit van het feitenonderzoek en de rapportage. In het toezicht blijft dan ook aandacht voor dit onderwerp.”

{En dat blijft het reeds al décennia}.

Wij (KOG) constateren helaas bijna eind 2017 dat een en ander nog niet “geland” is op de werkvloer. Vermoedelijk zullen er dan ook wel degelijk mensen teleurgesteld moeten worden:  diegenen die niet in staat blijken de cultuuromslag te maken. Voor hen zal niet langer plaats kunnen zijn binnen de justitiële jeugdketen. En alleen de cultuuromslag maken is dus niet genoeg. Wel willen maar niet kunnen is niet tolerabel als het om minderjarigen en hun gezinnen gaat.

“Ouders vragen de jeugdzorginstelling naar goede informatie, feitelijke onderbouwing, uitleg van werkwijzen, nauwkeurigheid van verwerking van persoonsgegevens, uitspraken over de doelen en te verwachten effecten van interventies: kortom, een deugdelijke heuristiek. De samenleving accepteert geen vervuilde naalden bij een vaccinatie-programma, geen vervuilde babyvoeding, gammele auto’s mogen de rijweg niet meer op, maar de borging van de veiligheid van kinderen in gezinnen, kinderopvang, kindertehuizen, jeugdzorginstellingen staat nog aan het begin van een lange weg,” schreef een donateur van KOG in de KOG-Nieuwsbrief voorjaar 2015. Nog aan het begin van een lange weg in 2015. Het is nu bijna 2018. Het is tijd dat kinderen net zoveel veiligheid krijgen als weggebruikers. {Waarbij overwegende dat dwangzorg schadelijk is volgens wetenschap, en het gezien kan worden als een geestelijke institutionele kindermishandeling. - TjS}.

 

Wij eindigen met een grap die jammer genoeg niet echt een grap is:

Stel je eens voor dat er in de gezondheidszorg ook niet aan waarheidsvinding zou worden gedaan, net als in de jeugdzorg:

'Mevrouw van Wijk komt met heftige buikpijn op de spoedeisende hulp van het ziekenhuis. Ze wordt door een vriendelijke verpleegkundige in een behandelkamer gelaten en vertelt wat haar klachten zijn. Na een paar aanvullende vragen constateert de verpleegkundige die zelf een blindedarm-operatie achter de rug heeft: "Het is uw blindedarm! Hier hoef ik geen arts bij te halen; dit is overduidelijk!"  Ze gaat weg voor overleg. Na lang wachten komt zij terug en meldt dat ze overlegd heeft en dat mevrouw de volgende dag geopereerd zal worden.

Mevrouw van Wijk schrikt, ze geeft aan dat ze niet gelooft dat de afschuwelijke pijn veroorzaakt wordt door haar blindedarm. Zelf dacht ze aan een niersteen. De verpleegkundige legt uit dat er door vier mensen vanuit verschillende disciplines naar haar casus gekeken is:  de doktersassistente, de laborante, de medisch secretaresse en de receptioniste {en de slager en de melkman ontbreken dan nog}.  "De zaak is van alle kanten bekeken en het is volkomen duidelijk: mevrouw heeft blindedarmontsteking en ze moet binnen 24 uur geopereerd worden".  Mevrouw van Wijk vertelt dat haar blindedarm al 5 jaar geleden verwijderd is. De verpleegkundige wordt boos: "Ik begrijp dat u bang bent voor de operatie. Ik zal zorgen dat u hier medicatie voor krijgt." In het dossier schrijft de verpleegkundige dat mevrouw in de war is.

Op de verpleegafdeling leest men het dossier en snapt de verpleegkundige dat mevrouw een verwarde patiënt is en vraagt ze de arts of mevrouw niet beter naar de afdeling psychiatrie overgeplaatst kan worden. Als mevrouw van Wijk acuut wil vertrekken, omdat ze nu helemaal in paniek raakt van deze rare bejegening, besluit de arts haar voor de keus te stellen: of ze gaat vrijwillig naar de psychiatrische afdeling of ze wordt daar gedwongen opgenomen.'

​

In de gezondheidszorg zijn de opleidingen en protocollen niet uit de lucht komen vallen.

De beschrijving van wat iedere werker in de gezondheidszorg op alle niveaus moet weten en kunnen vult een bibliotheek. Wie een opleiding niet met goed gevolg kan doorlopen, vindt geen werkplek in de gezondheidszorg.

In de gezondheidszorg kan iedereen als patiënt zelf terecht komen. Dat zal meegeholpen hebben aan bevordering van feitenonderzoek (diagnose) en behandeling. In de jeugdzorg denkt u zelf niet terecht te komen als cliënt. Maar dat zal toch geen verschil maken?!

- - - - - - - - - - - - - - -

Ook op: http://www.stichtingkog.info/posts/waarheidsvinding-in-de-justitiele-jeugdketen-1630/ .

Zie voor de andere inbreng over ‘waarheidsvinding’ of de beweringen-methode van ‘jeugdzorg’ de volgende pagina.

Hieronder 2x meer, en over inbreng en analyse van st.KOG zie ook HIER.

\

\

\

\

​

​

​

​

\

​

​

​

​

​

​

\

​

​

​

​

\

​

​

​

\

​

Aan de Leden van de Tweede Kamer en het LOC::

Gegroet,                                                                                        Tj.W.Strubbe, 4-9-2017

Op 10 november, zo vernam ik, is er een congres in Rotterdam, na de vijf regionale bijeenkomsten over 'Waarheid in Jeugdzorg', door het LOC-Zeggenschap-in-zorg.

De jeugdzorgbeleidsstructuur gaat soms tegen het derde lid van artikel 24 IVRK (kinderrechtenverdrag) in!*

Waar ondanks alle klachten en wetenschappelijke inzichten door decennia heen het beleid van 'jeugdzorg' zich niet kon verheffen op diagnostischer niveau is de 'traditie jeugdzorg' een 'schadelijk gebruik' gebleken.

​

Waar meerdere onafhankelijke wetenschappelijke onderzoeken uitkomen rond de drie op de vier cases (~75%) waarbij 'jeugdzorg' nìèt valide is, is het gebruik 'jeugdzorg' schadelijk voor het kind, is dit een verkeerd hulptraject, geeft dat te vaak contra-indicaties; dan is dat te vaak schadelijk, geeft dat te veel 'false positives'.   Ondanks de ideologie om kindermishandeling te bannen uit onze maatschappij, waarbij dat woord wel op diagnostisch niveau beter gedefinieerd dient te worden, omdat de jeugdzorgwerkers dat woord kindermishandeling met misleidende woorden als 'onveiligheid', 'onrust' en 'vermoede zorgen over de ontwikkeling' geweldig verbreedt.

​

De Kinderombudsman (2013) vond vele fouten in jeugdzorgrapportages naar de rechter, die geen medicus, geen orthopedagoog, is.

Ook 'jeugddwangzorg' kan kindermishandeling zijn! Daar mag de politiek niet blind voor zijn. Daar zijn wetenschappelijk redenen voor, die ik onder geef.

​

Nu blijkt dat zelfs ouders, -- waar bijv. moeder orthopedagoog (BIG) is en dus deskundiger dan de jeugdzorg in de fuik van jeugddwangzorg verstrikt kan raken en niet het meest optimale hulptraject van haar kind mocht bewaken door insinuaties vanuit de jeugdzorgketen, of een gemeenteraadslid die de weg weet in de bureaucratie maar hij al zeer grote moeite had om fout handelen met familie door jeugdzorg ongedaan te maken, dus ouders met grote kennis van zaken, -- door beweringen uit de jeugdzorg enorm grote moeite hebben met het niet-diagnostisch meten door de jeugdzorg c.q. RvdK en zich niet tijdig konden inzetten om tot het meest optimale hulptraject te komen ten dienste van het ontvankelijke en zich blijvend ontwikkelende kind, op deze basis roepen om - inclusief het bijvoeglijk naamwoord - "diagnòstische waarheidsvinding".

Waar al in de jaren '80 werd geconcludeerd door de commissie Junger-Tas of prof. Doek dat de jeugdhulpverlening niet de instrumenten heeft om valide te meten, en vele wetenschappers daarna in feite tot - telkens weer - dezelfde conclusie kwamen ('de reguliere jeugdzorg matcht de nodige kennis niet bij de case'; 'er zijn gespecialiseerde doelgroepingangen nodig'), is de roep om 'diagnostischer waarheidsvinding' een legale roep.

Ik krijg niet de indruk dat er rond 'waarheid' buiten de box gekeken wordt. {De 'Keten-infantititeit}.

Rond de adoptieprocedure heeft de Raad voor de Strafrecht toepassing en Jeugdbescherming (RSJ) een weliswaar incompleet maar buiten de opdracht denkend advies uitgebracht waardoor er met de reacties daarop meer boven tafel is komen drijven.   Denken buiten het sociaal domein, de jeugdzorg, is nodig waar voor de ingang tot drang- en dwangzorg de ouders niet goed voorgelicht worden wat ze beter bij kunnen leren, welke invloeden ze kunnen hebben op hun vaak nog onbewuste signalen naar het kind of dat het kind ongemerkt kan opvangen.


Ouders zouden dus een brochure met dergelijke tips kunnen ontvangen voordat ouders met de jeugdzorghulpverlening in aanraking komen.
In die voorlichting dienen de diverse alternatieven in moeten komen te staan, zoals hoe dwangzorg te ontlopen is door op diagnostiek niveau zich te laten voorlichten met tips. Ouders voelen zich overvallen door de 'jeugdzorg' (waarin het woordje 'zorg' misleidend is omdat de taak van de G.I. coördinerend is en niet zelf diagnostisch en therapeutisch hulp verlenen en diagnostisch meten; denk aan de observatieverslagen door gezinsvoogden i.p.v. deskundigen, waarmee ouders de pan ingehakt worden).

Scheidende ouders (die zijn bij het uitspreken bij de rechter bekend!) kunnen zo al vroeg de juiste informatie verkrijgen om te overwegen of ze hun ongenoegens jegens de ex te boventoon laten voeren, of toch zich ouderschappelijk gaan representeren naar de ontvankelijke opgroeiende die niet blind is, en nu met twee huizen, zoals bekend, een extra psychologisch rugzakje te dragen heeft.

 
Die kennis moet vòòraf gegeven worden!
Dat geschiedt niet in de 'jeugdzorg', of het duurt te lang en worden de scheidende ouders tegen elkaar uitgespeeld met roddel, escalatie tot gevolg, waarover de jeugdzorgwerkers dan weer klagen dat ze zo 'te laat' betrokken worden.
Voorlichting is aan echte deskundigen, die niet dreigen maar de alternatieve wegen uitleggen, en niet ingaan op geklaag over de andere ouder (want die 'ex' raakt buiten beeld in een ander huis, het moet gaan om dat uit te stralen ouderschap zonder bezwarende signalen voor het kind! De ouder mag voor verwerking naar een eigen psycholoog).
Die voorlichting missen ouders. Daarop zou dus, escalerend met langdurige jeugdzorgtrajecten, fiks bezuinigd kunnen worden!

Dat er voor dwangzorg niet alleen goed voorgelicht dient te worden (om ouders niet reeds vooraf mentaal plat te slaan, te epateren) maar er ook een diagnostisch degelijke nulmeting zou moeten worden verricht is evident.  Het advies van o.a. prof.dr. R.J. van der Gaag: https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/diagnostiek-nodig-als-nulmeting/ .

De 'jeugdzorg' (dus incl. de napratende RvdK) is niet op het niveau te brengen van diagnosticerende gezondheidszorg. De studies tot basis-arts (BIG) duurt al te lang voor jeugdzorgwerkers! Gezinsvoogden zijn ook geen therapeuten! Men dient ook te letten op de onderzoeksvragen die de algemeen deskundigen van de ketenpartners van de jeugdzorg verkrijgen, waarop 'onderzoek' wordt verricht, en waarover ouders klagen, niet betrokken te zijn geweest, terwijl zij de kinderen het best kennen. Over onderzoeksvragen die eigenlijk tot het dossier voor de jeugdrechter behoren: https://kinderbescherming.jimdo.com/informatie/onderzoeksvragen-open/ .  ("Onderzoek" kan een meningeninventarisatie zijn, zoals bij RvdK en G.I., een statistisch onderzoek, een commercieel onderzoek, een afvinklijstje bij richtlijnen waarmee de jeugdzorgwerker doktertje speelt, ... maar kan ook diagnostisch zijn.)


Waar arts en professor Ursula Gresser  in 2015 een woord richtte aan rechters: "Na deze publicatie," zo zegt professor Gresser, "kunnen rechters niet meer zich verschuilen door dit kindbelang te negeren. De rechter (of gezinsvoogd) die nu nog contactbeschadigend handelt, handelt willens en wetens kind-beschadigend, een vorm van institutionele kindermishandeling." (https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/wertenschap-kind-oudercontact-schaden-is-schadelijk/).
Op die site staan ook artikelen met bevindingen van wetenschappers, econoom Joseph Doyle, Mary Dozier (https://jeugdbescherming.jimdo.com/tips-en-andere-brieven/cortisol-in-pleegzorg-te-hoog/), Jo Hermanns, etc., en niet voor niks. 

De roep om echte waarheidsvinding maakt ook dat de klachten over bejegening in aantal verontrustend toenemen. Ondanks de uitleg die prof. Carlo Schuengel op een jeugdzorgacademie gaf: https://jeugdbescherming.jimdo.com/tips-en-andere-brieven/bejegenen-en-vertrouwen/
(Hoe kan men 'waarheid' meten?! – Dat kan niet met speculeren wie de waarheid, met psychologisch gevolg voor het kind, het best benadert. Daar is diagnostiek voor nodig van het cliëntsysteem; er bestaat VIB.)

Jeugdzorgwerkers en gezinsvoogden klagen over hun werkdruk. Zonder dat ze deze verlichten door passender door te verwijzen naar open diagnostiek en voorlichting door deskundigeren. Zij zijn geen deskundigen, en daar gaat de communicatie reeds mis. Dan wordt de roep om diagnostieke waarheidsvinding vernomen.
Daar kan dus wat aan gedaan worden buiten de reguliere jeugdzorg dat het psychomedisch en orthopedagogisch domein tot zich heeft getrokken. Dat is een grote bureaucratische fout, omdat het beoogde ene financiële potje juist door decentralisatie in vele zichzelf bewakende gemeentelijke potjes is opgesplitst. De voorspellingen van een echte deskundige bleken juist: https://kinderbescherming.jimdo.com/kritiek-van-deskundigen/diverse-deskundige-meningen/menno-oosterhoff-2-bureaucratie/ .

Hoe komt het dat de politiek niet wilde luisteren naar de echte deskundige: https://kinderbescherming.jimdo.com/kritiek-van-deskundigen/diverse-deskundige-meningen/r-vermeiren-jeugdzorg/ . Is ideologie niet conflicterend met de werkelijkheid? Voortgaan op de traditie jeugdhulpverlening op jeugdzorgniveau werkt tegen de internationale kinderrechten in.

Een internaliserend onderzoek dat binnen de muurtjes van 'jeugdzorg' blijft, zal geen verbetering geven aan al die kinderen (ik hoorde cijfers van ca. één op de tien kinderen in Nederland die met 'jeugdzorg' in aanraking komen) die dit bemoeien zullen ondervinden met alle sfeerverpestende signalen en contra-indicaties die in de psyche inwerken en traumatiseren. Doyle: Een kind bleek bij dezelfde 'zorgen' beter af thuis met deskundige begeleiding, dan weggezet in een pleegsetting.


Wat doen we onze kinderen aan, onder 'jeugdzorg' en blinde politiek (https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/open-brief-aan-tweede-kamerleden/)??!
------------------------------ 
*:

Artikel 24 IVRK (Internationaal prevalerend recht)

  • 1. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op het genot van de grootst mogelijke mate van (ook geestelijke) gezondheid en op voorzieningen voor de behandeling van ziekte en het herstel van de gezondheid. De Staten die partij zijn, streven ernaar te waarborgen dat geen enkel kind zijn of haar recht op toegang tot deze voorzieningen voor gezondheidszorg wordt onthouden. ...

  • 3. De Staten die partij zijn, nemen alle doeltreffende en passende maatregelen teneinde traditionele gebruiken die schadelijk zijn voor de gezondheid van kinderen af te schaffen.

 

Hieronder een voorstel tot beleidsverbetering van stichting KOG:

 

--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Structurele oplossingen voor

Keteninfantiliteit in ‘Jeugdzorg’:

Oplossingsvoostel van stichting KOG, H. Berndsen:

Vindbaar op https://www.stichtingkog.info/media/20181110_KOGnieuwsbrief-12_online.pdf waarbij hier geciteerd.  Meer staat op https://www.stichtingkog.info/media/20181110_KETENINFANTILITEIT_OPLOSSINGEN.pdf 

​

In een van onze vorige nieuwsbrieven hebben wij, KOG,  stilgestaan bij de onvolkomenheden die wij bij de schakels in de jeugdzorgketen aantreffen. Inmiddels is door velen goed nagedacht over het oplossen van die onvolkomenheden. De volgende oplossingen zijn daarvoor bedacht:

1.

De inhoudsloze kreet “ernstige bedreiging van de ontwikkeling van een minderjarige” dient door een gedragswetenschapper en/of medicus gediagnosticeerd te worden. {Beter door een medicus, een orthopedagoog die het gezinssysteem zelf ziet en onderzoekt naar diens beroepscode. Deze beroepsregistratie dient minimaal NVO te zijn, geen SKJ.}.  De diagnose dient in een rapport door de Raad voor de Kinderbescherming aan de kinderrechter te worden aangeboden. Waarom ook een medicus? Omdat ook sprake kan zijn van de bedreiging van de motorische en lichamelijke ontwikkeling van minderjarigen, bijvoorbeeld door ondervoeding of ongezond eten.

2.

Het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK), een organisatie die zichzelf ook wel Veilig Thuis (VT) noemt, wordt opgeheven.

De taken worden ondergebracht bij de Raad voor de Kinderbescherming. Daarmee worden twee onnodige schakels, het AMHK (VT) en de beschermingstafel, uit de jeugdzorgketen verwijderd.

Meldingen worden door een professionele commissie, bestaande uit een kinderen jeugdpsychiater, een gedragswetenschapper, liever een gedragsdeskundige met minimaal NVO-registratie, en een jurist bij de Raad voor de Kinderbescherming, beoordeeld.

Bovendien mogen meldingen niet meer anoniem en telefonisch worden gedaan. Meldingen dienen schriftelijk, per brievenpost of per e-mail, gedaan te worden. De melder is verplicht minimaal naam en adres te vermelden en een kopie ID (identiteitskaart/paspoort) mee te sturen. In noodgevallen kan een telefonische melding worden gedaan waarbij naam en adres opgegeven dienen te worden. Zo’n melding moet terstond worden gevolgd door een schriftelijke bevestiging met een kopie ID.  Professionals dienen te allen tijde de landelijke meldcode te volgen.

{Een andere methode om meldingen en behandeling daarop te behandelen staat op https://www.dropbox.com/s/hjyxiropp33csur/2012-Verkort%20Jeugdbeschermingsplan-JzBlH.pdf?dl=0 }.

3.

Onderzoek naar de opvoedingsvaardigheden van ouders, pleegouders c.q. verzorgers en naar de leef- en opvoedingssituatie van minderjarigen mag uitsluitend door academici worden uitgevoerd. Mensen op mbo/hbo-niveau zijn niet opgeleid om gedragswetenschappelijk of medisch onderzoek te doen.

4.

De gecertificeerde instellingen (G.I.) krijgen als kerntaak het samen met cliënten opstellen van een Plan van Aanpak, het ondersteunen van cliënten {BW1:262, met oog op lid 3 en daardoor inhoudelijk op lid 1, incl. breed voorlichten} en het tijdens de OTS/UHP informeren van de Raad voor de Kinderbescherming over de voortgang. De Raad neemt de taken van de G.I. op het gebied van evalueren en rapporteren en verzoeken richten aan de kinderrechter, over.

5.

Het is voortaan de Raad (RvdK+) die rapporteert: na onderzoek en na evaluatie van het werk van de G.I..   Die rapporten worden teruggebracht tot enkele pagina’s die alleen de feiten, {uitgelegde} conclusies en adviezen bevatten. {Alles met bewijs verifieerbaar; deze stukken worden tijdig bij bekend worden aan de wederpartij ter hand gesteld volgens het McMichael-arrest}:  Alle overige informatie wordt in bijlagen ondergebracht.

6.

Plannen van Aanpak, of hulpverleningsplannen of gezinsplannen worden beperkt tot de resultaten en de daarvoor nodige activiteiten en hulp, om de vastgestelde bedreigingen weg te nemen. Zij worden niet meer vervuild met allerlei informatie die al in eerdere rapporten zijn vastgelegd. Bovendien dienen die plannen te worden beperkt tot het oplossen van de door de rechter vastgestelde {concréte} bedreigingen.

7.

Er komt een onafhankelijke onderzoeksrechter met gedragswetenschappelijke ondersteuning. Bij een (spoed) uithuisplaatsing dient deze rechter binnen drie dagen de in gang gezette procedure te toetsen aan artikel 800 lid 3 van het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv; https://jeugdbescherming.jimdo.com/tips-en-andere-brieven/wetgeving-en-regels/).  

Bovendien draagt deze onderzoeksrechter er zorg voor dat bij het betwisten door cliënten van rapporten, evaluaties en verzoeken, een onafhankelijke toetsing kan plaatsvinden. {Het moet dan niet nodig zijn dat ouders Rv810a moeten gaan gebruiken in een mogelijk te lang durende juridische procedure waar het om diagnostiek inzicht en voorlichting gaat}.

8.

Ouders, verzorgers, en minderjarigen die 16 jaar of ouder zijn hebben recht op kosteloze bijstand van een advocaat, een gedragsdeskundige en medicus, die vanuit hun beroepscode werken, dat de Raad onderzoek gaat doen. {Dit i.v.m. arrest van EHRM in zake N.P./Moldava (6 okt 2015 appl.nr.58455/13). Internationaal recht prevaleert immers... Meer arresten staan hier.}

9.

Interne klachtenprocedures betreffende medewerkers en management van de G.I. en de Raad worden bij de gemeente ondergebracht. Beroep is mogelijk bij de Provincie (Provinciale Klachtencommissie Jeugdzorg). Niet alleen de medewerkers, maar ook het management van de G.I. en de Raad worden onderhevig aan het Tuchtrecht.

10.

De vertrouwenspersonen oude stijl dienen vervangen te worden door professionele cliëntbegeleiders. De vertrouwenspersonen die nu bij het AKJ en Zorgbelang zijn ondergebracht hebben een te beperkte taakstelling. Bovendien is hun kwaliteit niet gewaarborgd omdat zij geen verplichting hebben geregistreerd te zijn {of wetenschappelijke kennis te hebben wat een maatregel het kind aandoet}. De cliëntbegeleider krijgt een taakstelling die meer maatwerk voor de cliënt garandeert; hij/zij kan onder toevoeging werken en krijgt bevoegdheden waardoor hij/zij niet door instanties kan worden overruled.

11.

Ieder heeft het recht geluidsopnamen te maken van gesprekken waaraan hij/zij zelf deelneemt.

Degene die opneemt dient dit expliciet{???} te melden, {en de opname privé te houden, waarbij het wel uitgeschreven gebruikt kan worden bij geschillen en rechtszaken}. Professionele gesprekspartners mogen zich niet om die reden aan gesprekken onttrekken. Dit geldt ook voor de zittingen bij rechtbank, hof, etc..

12.

Ieder heeft het recht om zelf het proces-verbaal van zittingen bij rechtbank, hof, etc. op te vragen en te krijgen.

13.

Elke cliënt wordt mede-eigenaar van het dossier over hem/haar en de kinderen tot 16 jaar. Hij/zij ontvangt ongevraagd het complete dossier over zichzelf en deze kinderen (AVG, ook artikel 30). Van de wijzigingen in het dossier wordt de cliënt per post terstond op de hoogte gesteld. Dossiers worden geïndividualiseerd: ieder krijgt zijn eigen dossier.

_

​

Dit is dus een constructief voorstel van KOG in de hoop dat de vele fouten die Kinderombudsman Dullaert in 2013 vond weggenomen wordt en er meer vertrouwen ontstaat in deze zorg voor jeugd met nodige brede voorlichting waarop ouders bewust keuzes kunnen maken, want een keuze raakt het ontvankelijke kind.   Daar is regelmatig extra kennis voor nodig!   De door hem gevonden financiële 'perverse prikkel' (pag. 93, derde streepje)  moet worden weggenomen, daar het om het ervaren en ontwikkelen van het kind gaat. Jeugdzorg mag geen ACE's veroorzaken!

​

​

IVRK art. 24 lid 1.JPG
DNAschade-Weinberger.JPG
ACE's in Tijd.JPG
bottom of page